Ik ontvluchtte Eritrea in 2007

Omdat ik niet langer in het leger wilde dienen. In Eritrea bestaat de nationale dienstplicht. Ik werd thuis opgehaald en meegenomen. Je hebt geen keuze. Ze zeggen dat je maar tien jaar hoeft te dienen, maar dat is niet waar. Wie eenmaal in het leger zit, zit daar voor het leven.

In het leger ben je machteloos, een slaaf. Ik werkte in de haven als bewaker. Gebaseerd op de dagelijkse realiteit, was ik heel bang dat ik onder dwang nare dingen moest gaan doen. En dat het gewelddadig zou kunnen worden als ik hogerop zou komen. Dat zou ik niet aankunnen.

Ik zat opgesloten tussen de moordenaars

Ik vertrok in 2007 naar de haven van Jemen. Daar heb ik mijzelf gemeld om asiel aan te vragen. Maar ze kwamen erachter dat ik een soldaat was en gooiden me in de gevangenis. Drie jaar lang zat ik opgesloten tussen de zware criminelen. Daar waren ook moordenaars bij. Het was bloedheet in de gevangenis. Er waren geen bedden of stoelen, er kwam bijna geen eten. Medicijnen bestonden er al helemaal niet. Niemand wist waar ik was. Ik had geen hoop. Áls ik al vrij zou komen, dan zou ik terug moeten naar Eritrea. En daar zou ik worden vermoord.

In Nederland In 2011 kwam mijn situatie aan het licht bij de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de VN. Zij hebben mij en een aantal medegevangenen gered. Met een groep van vijftien vluchtelingen mochten we naar Nederland op uitnodiging van de regering.

Ik had nooit verwacht dat ik nog uit die vreselijke situatie zou komen

Ik ben de Nederlandse regering zó dankbaar. Ik had nooit verwacht dat ik nog uit die vreselijke situatie zou komen. Nooit verwacht dat ik ooit weer contact zou hebben met mijn familie. Iemand zoals ik, zonder enige hoop, krijgt gewoon een nieuwe toekomst aangeboden.

En nu Mijn vrouw en familie wonen nog steeds in Eritrea, die heb ik niet meer gezien sinds ik in het leger kwam. Bijna drie jaar wisten zij niet of ik überhaupt nog leefde. Ze zijn heel opgelucht dat ik nu niet meer in zo’n gevaarlijke situatie zit. Heel graag zou ik mijn vrouw hier bij me hebben. Dat ben ik nu aan het proberen.

Mijn familie en ik behoren tot de Afar, één van de negen stammen in Eritrea. Het is een minderheidsgroep waarvan de leden als nomaden leven en onderontwikkeld zijn, kinderen krijgen er geen onderwijs. Ze worden zwaar onderdrukt en gediscrimineerd en leven zonder rechten. Alles wordt hen afgenomen en er is geen mogelijkheid om te vluchten zoals veel andere Eritreanen doen. Dat ik mijn volk en familie niet kan helpen, doet me elke dag pijn.

Ik wil zoveel teruggeven aan Nederland

Ik was in mijn hele leven nog nooit naar school geweest, maar ben hier nu zelfs met een studie begonnen. Ik ontwikkel mezelf, leer een nieuwe taal. Als ik klaar ben met mijn studie wil ik zo snel mogelijk gaan werken. Het woord dankbaar dekt de lading niet voor wat ik voel. Ik wil zoveel teruggeven aan Nederland!