Ik ontvluchtte  Mauritanië in 2003

Omdat  de macht in handen was van de Arabieren. Het andere deel van de bevolking – de zwarten, waar ik deel vanuit maakte – werd gediscrimineerd en als tweederangs burgers behandeld.

Er zijn velen mensen onder dit regime vermoord en het land uit gevlucht. Ik was 20 jaar en wilde een toekomst opbouwen. Ik begon aan een studie filosofie, psychologie en literatuur. Maar het werd mij en andere zwarten studenten onmogelijk gemaakt om volledig lessen te volgen en examens te doen. We kregen niet te horen naar welk lokaal we moesten, welke leraren we hadden. We liepen verloren door de school, op zoek naar onze plek. Niemand wilde ons helpen, de directie vond ons maar lastig en werd boos. De politie werd gebeld en we werden een week opgesloten. We werden gezien als ‘revolutionairen’, maar ze konden ons niet vasthouden want we hadden niks misdaan. Ze waren er vooral op uit om ons bang te maken, ons te intimideren.

Ik was zo boos, deze kans mochten ze niet van mij afpakken

Aan het eind van het schooljaar was het wederom raak. Na lessen te hebben gevolgd en goed te hebben gestudeerd, wilde ik examen doen. Ik had mijzelf opgegeven en ervoor betaald. Maar ik stond niet op de lijst met deelnemers. Ik snapte het niet, ik kon zelfs een inschrijfbewijs laten zien! Ik was zo boos, deze kans mochten ze niet van mij afpakken. Dit was mijn leven waar ik zo hard voor werkte. Ze pakken gewoon je dromen af. Dat is heel pijnlijk.

Weer werd ik opgepakt en belandde ik in de gevangenis. Het was er een jungle. Sterker nog, een jungle is nog beter. Daar heb je tenminste nog regels. Dit was één grote chaos. En enorm gevaarlijk. Zelfs de politie durfde er niet naar binnen. Het is wat je ziet in films, maar dan nog erger. Je moest vechten om te overleven. De sfeer was intimiderend, maar ik liet me niet bang maken. Daarvoor was ik veel te kwaad, had een enorme vechtlust. Het maakte me allemaal niet veel meer uit, ik voelde me doods, alsof ik niet bestond. Had niets te verliezen. Toch werd ik een paar keer flink tegen de muur geslagen door grote jongens. Ik was ook vel over been. Er was nauwelijks eten, zorg en hygiëne. Mensen lagen er met botbreuken gewoon dood te gaan.

Ik belandde in het ziekenhuis nadat ik ‘out’ was gegaan. Van daaruit ben ik stiekem naar mijn ouders gevlucht. Zij maakten zich enorme zorgen en zeiden dat ik niet langer in Mauritanië kon blijven. Het werd er te gevaarlijk, ook voor mijn familie.

Hier werd ik tenminste niet in elkaar geslagen

Ik vertrok  met hulp van mijn oom via een Europees vrachtschip. Mijn oom werkte in de haven en er kwamen veel Europeanen voor handel. We moesten erg voorzichtig zijn, niemand mocht weten dat ik aan boord was. Mijn oom bleef maar herhalen: “Onthoud: jij kent mij niet en ik ken u niet.” Ik mocht niet bewegen, niets zeggen, alleen maar doodstil zitten op een geheime plek. Maar dat was ok, het was zoveel beter dan in de gevangenis. Hier werd ik tenminste niet in elkaar geslagen.

Het enige wat ik van Europa kende was Frankrijk. Mijn oudste broer had daar gestudeerd en woonde er nog steeds. Ik zou hem vinden en bij hem gaan wonen. Maar dat pakte even anders uit.

In België  kwam de boot na twee weken aan in Antwerpen. Ik hoorde de motoren afslaan en heb toen acht uur lang gewacht totdat mijn oom mij kwam halen. Dat waren acht hele lange uren, ik was doodsbang. Vanaf toen stond ik er alleen voor. Ik stond in Antwerpen, had geen idee waar ik was en sprak de Vlaamse taal niet. Was ik soms in Scandinavië? Ik voelde me erg alleen en verdrietig. Ik vroeg een aantal passanten of ze mij konden helpen, maar ik werd genegeerd.

Vanaf dat moment besloot ik te stoppen met dromen

Ik ben toen bij een bushalte gaan staan, waar ik veel mensen kon aanspreken die stonden te wachten. Een man vertelde me dat ik in België was. Dat kende ik! Dan was ik dichtbij Frankrijk. Hij heeft mij toen naar het station gebracht. Daar vond ik iemand die ook Frans sprak. Hij heeft me naar een vriend van hem gebracht die uit Mauritanië kwam. Bij hem kon ik douchen, eten en bijslapen.

Ook vroeg ik asiel aan. Achteraf hoorde ik dat als je hier asiel aanvraagt, je het land niet mag verlaten. Dat kwam als een klap. Nog steeds koesterde ik hoop dat ik naar Frankrijk kon gaan, naar mij broer. Vanaf dat moment besloot ik te stoppen met dromen. Ik was al zo vaak teleurgesteld, mijn dromen werden nooit waargemaakt. Ik zou het leven voortaan nemen zoals het kwam.

Bijna anderhalf jaar verbleef ik in een asielzoekerscentrum. Twee keer werd mijn aanvraag afgewezen en in afwachting van een volgend verzoek werd ik uit het centrum geplaatst. Ik logeerde bij verschillende vrienden, probeerde te overleven. Totdat ik in 2006 hoorde over een actie in de Sint-Antoniuskerk in Gent. Mensen zonder papieren zouden daar mogen verblijven. Om wat betekenis te geven aan mijn leven, ben ik toen naar Gent gegaan. Vanaf het moment dat ik de trein uit stapte voelde ik me heerlijk hier, zo op mijn gemak. Alsof je na tien dagen zonder eten, je lievelingseten voorgeschoteld krijgt.

In de kerk heb ik eerst twee uur geobserveerd en mijn plek gezocht. Ik mocht daar toen blijven en hielp mee met de acties en betogingen in de stad. Daarmee werd bij de regering aangedrongen op een regularisatie van mensen zonder papieren. Dat werd heel succesvol.

In die tijd leerde ik ook (sociaal-artistieke werkplek [red.]) Victoria Deluxe kennen. Zij hielpen mij aan het vinden van een woning. Via Victoria Deluxe begon ik met vrijwilligerswerk, leerde ik de taal, films monteren en speelde ik veel toneel.

Ik heb hier mijn geluk en mezelf terug gevonden

En nu  Sinds 2010 heb ik een verblijfsvergunning. Ik ben verder gaan studeren en de opleiding ‘montage’ gaan volgen. Ik werk nu bij Victoria Deluxe als cameraman en als jongerenbegeleider. Ik heb hier mijn geluk en mezelf terug gevonden. Ik durf nog steeds niet te dromen, maar heb wel doelen voor ogen. Zoals het maken van mijn eigen documentaire.

Misschien als ik in Mauritanië was gebleven, dat ik allang dood was geweest. Misschien heeft het wel zo moeten zijn dat ik zo hebben moeten vechten om op dit niveau te komen.

 

Logo SNS

In het kader van het Belgische straatkunsttraject Sorry, Not Sorry plaatsten wij Moving People op verschillende locaties in Gent. Op 26 april 2016 werden duizend miniatuurbeeldjes van vluchtelingen (Tourad, Kassem, Avin, Kassala en Claudine) verspreid in de straten en op publieke plaatsen in Gent. Op 7 & 8 mei 2016, tijdens het festival, werden er nog eens 500 beeldjes verspreid.